27 mc

Voor de werking van Solaris kan het belang van onafhankelijke communicatie niet worden onderschat. Als de bestaande middelen wegvallen, door een storing, overbelasting of een andere oorzaak biedt het gebruik van 27 mc zendontvangapparatuur een oplossing. 

 

Het gebruik hiervan is voor iedereen toegestaan tot een maximaal zendvermogen van 4 Watt. Men kan hier zondermeer gebruik van maken. Er is geen melding of vergunning voor het gebruik nodig. Dit systeem heeft daarnaast nog een ander voordeel: het kan niet centraal uitgezet worden. Elk toestel heeft zijn eigen zender en ontvanger aan boord. De radiosignalen gaan rechtstreeks door de lucht van uw toestel naar die van een ander. Er komt geen zendpaal aan te pas.

 

Hieronder staat de kern-informatie van de ’27 mc minicursus voor beginners’ die via Solaris wordt aangeboden. Het bevat een klein beetje theorie, de factoren die effect hebben op het zendbereik, de apparatuur en waar je op moet letten bij de aanschaf.

 

THEORIE 

Als men begrijpt welke factoren en waarom die van invloed zijn op het zendbereik van uw 27 mc zendontvanger, kan die kennis gebruikt worden om het zendbereik soms heel eenvoudig vergroot kan worden. Dat is erg handig in noodsituaties. Verder is niet alle 27 mc apparatuur altijd geschikt om te gebruiken. Ze moeten bepaalde eigenschappen hebben. Ook daar komt wat theorie om de hoek kijken. Deze ‘droge stof’ wordt hieronder zo eenvoudig mogelijk uitgelegd, zodat het ook voor mensen die er nog nooit van hebben gehoord is te begrijpen. Ik hoop dat dit gelukt is, en zou het leuk vinden om een positieve reactie te krijgen. 

 

Het begrip frequentie

In Nederland en andere landen kennen we een aantal radiostations. Een voorbeeld is Radio 3FM.  Vaak zenden die stations nog muziek uit via de lucht, die met een transistorradio ontvangen kunnen worden. Ze zenden allemaal uit op hun eigen (vaste) frequentie. Als je met je radio een van die stations wilt ontvangen, moet je jouw radio eerst afstemmen op de frequentie van dat station. Pas dan hoor je de muziek die dat station uitzend. 

De zender en de ontvanger moeten dus op dezelfde frequentie staan om een boodschap (in dit geval muziek) te kunnen overbrengen. En dat geldt ook voor de zendontvangapparatuur die wij gebruiken. Die werken allemaal op dezelfde vaste frequentie van 27 MHz (Mega Hertz). Mega Hertz (MHz) is overigens hetzelfde als het Engelstalige ‘mega-cycles’ (mc). Deze twee worden vaak door elkaar heen gebruikt. 

Het is goed om te weten dat er ook portofoons zijn die werken op andere frequenties dan 27 mc. Sommige werken bijvoorbeeld op 446 MHz. Met die apparaten kan dus niet gecommuniceerd worden met 27 mc apparatuur. Overigens, ook die frequentie van 446 MHz is vrij te gebruiken, maar daar is veel minder zendvermogen toegestaan dan op 27 mc. 

 

Het begrip modulatie
Naast frequentie is modulatie ook een begrip die bepalend is of je met twee zendontvangers kan communiceren. Modulatie is de manier waarop de boodschap (spraak, muziek) aan een ‘draaggolf’ is vastgemaakt. 

 

Je kunt dit vergelijken met een rivier. In de rivier stroom water van de ene naar de andere kant. Op het water drijven (varen) schepen. Het water in de rivier is dan de ‘draaggolf’ en de schepen zijn de boodschap. Dat is best een goede vergelijking want het water ‘draagt’ immers de schepen. De schepen hebben het water in de rivier nodig om van A naar B te gaan. Zo heeft het spraak of muzieksignaal ook een draaggolf nodig om door de lucht te gaan.

 

Nu zijn er verschillende soorten ‘modulatie’. Bij de de rivier kan je zeggen dat de schepen op 2 manieren via het water kunnen gaan: óp het water, of ónder water (duikboten). Dit zijn als het ware 2 vormen van ‘modulatie’. Als je naast de rivier staat te kijken, zie je de schepen die op het water drijven wel (de ene vorm van modulatie), maar de duikboten die onder water varen niet (de andere vorm van modulatie). Om duikboten te kunnen ‘zien’ heb je andere apparatuur nodig. Zo zit het ook met de modulatie bij radiogolven.

 

Voor de duidelijkheid volgt hier nog een vergelijking. Stel dat je 2 zenders hebt die hetzelfde signaal kunnen uitzenden: een zaklamp en en luidspreker. Ze zenden beide dit signaal uit: 1 korte puls, gevolgd door 1 lange puls. Verderop staan 2 ontvangers: een oog en een oor. Je begrijpt wel dat het oor alleen het signaal van de luidspreker kan ontvangen, en het oog alleen het signaal van de zaklamp. Hetzelfde signaal wordt dus op 2 verschillende manieren verstuurd door de lucht. Dit kan je zien als 2 verschillende modulatiesoorten. 

 

Om het signaal te kunnen ontvangen moeten zowel de zender als ontvanger dus gebruik maken van dezelfde vorm van modulatie! Bij radiogolven zijn er meer vormen van modulatie. Voor 27 mc hoef je maar 2 te kennen: AM (amplitude modulatie) en FM (frequentie modulatie). In landen met (veel) bergachtig gebied wordt vaak AM gebruikt, op vlak land werkt FM beter. In Nederland en de landen om ons heen wordt over het algemeen FM gebruikt.

 

De conclusie tot zover is: zorg dat je apparatuur op de frequentie van 27 mc werkt, én gebruik maakt van FM. Er zijn apparaten die alleen met AM werken. Die moet je dus niet aanschaffen! Er is tegenwoordig ook veel 27 mc apparatuur die zowel AM als FM ‘aan boord’, hebben. Je kunt dan schakelen tussen AM of FM, en die apparatuur is ook goed. 

 

Nu gaan we verder met de factoren die van invloed zijn op het zendbereik. Er zijn er meer, maar voor het gebruik van 27 mc apparatuur voor Solaris zijn er 4 belangrijk. Dit zijn het zendvermogen, de antennehoogte, de antennelengte en omgevingsfactoren. 

 

Zendvermogen

Vaak kan je het zendbereik van de radiogolven van je zender vergelijken met geluid. Het zendvermogen kan je vergelijken met het volume. En luide stem is verder weg hoorbaar dan een zachte stem. Voor een zender geldt hetzelfde: hoe meer vermogen de zender heeft hoe verder weg een ontvanger je kan horen.

Het is niet zo dat het bereik met 2x zoveel vermogen ook 2x zo ver is. Ruwweg heb je 10x het vermogen nodig om het bereik te verdubbelen. In Nederland is maximaal 4 Watt zendvermogen toegestaan op 27 mc. 

 

Antennehoogte

De antennehoogte vergelijken we ook met geluid. Als iemand met hetzelfde volume hoger staat is hij verder weg hoorbaar dan iemand die lager staat. Met een antenne die hoger staat is het zendbereik dus ook groter. 

 

Antennelengte

Radiogolven hebben net als watergolven een golfvorm die bestaat uit een berg en een dal. Een golf heeft als het ware de vorm van een liggende letter ‘s’. Elke golf heeft een bepaalde lengte vanaf het begin van de berg, tot het eind van het dal. Dit heet de ‘golflengte’. 

 

Als je een steen in een vijver gooit ontstaan er golven. Vanaf de plek waar de steen in het water kwam gaan de golven in cirkels verder weg. Zo kan je zien dat de golven een bepaalde golflengte hebben. Radiogolven kan je niet zien, maar ze gaan op dezelfde manier door de ruimte als de watergolven in de vijver. De lengte van een radiogolf hangt af van de frequentie die de golf heeft. De frequentie is het aantal trillingen van de golven per seconde. De radiogolven van 27 MHz trillen maar liefst 27 miljoen keer per seconde!  

 

Een radiogolf van 27 MHz heeft een lengte van 11 meter. Dat is van belang voor de antennelengte. De meest ideale antenne voor een bepaalde radiogolf heeft namelijk een lengte van een hele of een halve golf. Voor 27 mc (met golven van 11 meter lang) is het meest ideale dus een antenne met een lengte van 11 meter of van 5,5 meter. Als je mag kiezen neem je dan natuurlijk de kortste, dus 5,5 meter. Dit wordt een ‘basisantenne’ genoemd. Die wordt gebruikt voor een thuis-radiostation. Zo’n spriet wordt op een mast of op een buis die met beugels aan de gevel zijn bevestigd gemonteerd. 

 

Nu zijn er situaties waarbij het niet zo handig is om een antenne van 5,5 meter te hebben. Denk maar aan een auto, of een portofoon. In dat geval heb je een kleinere antenne nodig. Dat kán, maar dan moet je een lengte hebben die steeds de helft is, uitgaande van van 5,5 meter. De eerstvolgende kleinere antenne is dan 2,75 meter, vervolgens 1,35 meter, 70 cm, enzovoorts. Maar bedenk wel dat hoe kleiner de antenne is, des te minder ver het bereik wordt. Kies daarom dus altijd de langste antenne die in de situatie toepasbaar is. 

 

Omgevingsfactoren

De 4e factor die belangrijk is voor het bereik zijn omgevingsfactoren. Gebouwen houden radiogolven van 27 MHz wat tegen. Ook hier is een vergelijking met geluid op zijn plaats. Als je tegen iemand praat met of zonder een muurtje er tussen, snap je wel wat het verschil is. Het bereik in een stad is dus minder ver dan op het platte land. Het bereik in huis is zo ook minder ver dan buitenshuis! 

 

De theorie samengevat en toegepast

Als je zendontvangapparatuur aanschaft, zorg dan dat die werkt op 27 mc én voorzien is van FM modulatie. Moderne apparatuur hebben vaak zowel AM als FM modulatie en dat is prima. Maar schaf geen toestel aan die alleen AM modulatie heeft.

 

Er zijn hoofdzakelijk 4 factoren die van invloed zijn op het zendbereik. Door hiermee rekening te houden kan in geval van nood soms het zendbereik eenvoudig worden vergroot. Denk daarbij niet alleen aan elke factor apart, maar ook aan de combinatie van factoren.

 

Zendvermogen

In Nederland is zenden tot 4 Watt toegestaan. Er zijn zendontvangers in de handel die meer vermogen hebben. Soms is dat vermogen ook regelbaar, zodat je die kan instellen op de toegestane 4 Watt. Er zijn ook losse versterkers in de handel die het vermogen van een 4 Watt zendontvanger vergroten.

 

Antennehoogte

Hoe hoger de antenne staat des te verder het bereik. Een basisantenne is vaak vast gemonteerd. Daar is weinig aan te veranderen. Maar met een portofoon wel. Je kunt bijvoorbeeld op een trap gaan staan of naar een verdieping hoger lopen. Of loop in buitengebied naar een hoger gelegen plek. 

 

Antennelengte

Hoe langer de antenne (met een bepaalde lengte, zie hierboven) des te verder het bereik. Ook hier kan bij een basisantenne weinig veranderd worden. Het is immers al de meest ideale lengte. Maar bij sommige portofoons kan je de standaard antenne (circa 20 cm) snel vervangen door een langere (1,35 cm). Daarmee wordt het bereik ongeveer 2x zo ver! 

 

Omgevingsfactoren
Stel, je bent met de portofoon in een stad en er staat een flatgebouw tussen jou en degene die je wilt bereiken. Loop dan even om de flat heen, of ga naast de flat staan. Als je binnenshuis bent, loop dan naar buiten toe. Ga dan ook liefst aan de kant van het huis staan waar de ontvanger zit. Of loop naar een etage hoger, en maak gebruik van een (dak)raam.

.

.

DE APPARATUUR 

Er zijn  in grote lijn 2 soorten apparatuur voor 27 mc: een zendontvanger (ook wel ‘bak’ genoemd) en een portofoon.
.
Zendbak

Er zijn twee soorten zendbakken die voor een thuis-station gebruikt kunnen worden: een ‘basisbak’ en een ‘mobiele bak’. Een basisbak is groter dan een mobiele bak en heeft soms wat meer opties. Veel van die opties zult u waarschijnlijk nooit gebruiken. Een mobiele bak is ongeveer zo groot als een autoradio. Hij heet ‘mobiel’ omdat hij bedoeld is om in een auto in te bouwen. Veel vrachtwagens hebben er een. Een mobiele bak kan ook prima thuis als basisstation gebruikt worden.
.
Een basisbak heeft een groot nadeel ten opzichte van een mobiele bak: hij werkt alleen op het lichtnet (220 V). Een mobiele bak kan met een voeding (transformator) ook op het lichtnet werken, maar kan óók op een accu werken. Met een mobiele bak ben je dus niet afhankelijk van het lichtnet. Ik raad dus aan om altijd voor een mobiele bak te gaan.

.
Thuisstation

Op de foto hierboven zie je een complete opstelling van een thuisstation.
In het midden zie je een mobiele bak. Er zitten wat knoppen op, onder andere een om een kanaal in te stellen. De bak op het plaatje staat op kanaal 16. In Nederland mogen op 27 mc 40 kanalen gebruikt worden. Op elk kanaal kunnen twee of meer personen een gesprek met elkaar voeren. Zie het als 40 verschillende telefoonlijnen. Er kunnen dus tegelijkertijd 40 verschillende gesprekken plaatsvinden zonder elkaar te storen.
.
Verder zit er een snoer aan met een microfoon. Op die microfoon zit een zendknop (niet zichtbaar op de foto). Als je op die knop drukt staat de bak in de zendstand en kan je spreken. Zodra je de knop loslaat staat de bak in de ontvangstand en kan je luisteren naar andere stations. 
.

De mobiele bak kan dus werken op een voeding of een accu zoals je ziet op het plaatje. Met een standaard autoaccu kan je met een 4 Watt zender ongeveer 80 uur continue zenden. Zenden neemt het meeste vermogen. In de luisterstand neemt het apparaat bijna geen stroom. In de praktijk kan je met een volle accu dus wel 1 of meer weken toe. Maar een accu raakt eens leeg. Als de stroom enkele dagen uitvalt is dat dus geen probleem. Maar zodra het lichtnet weer werkt kan de accu (even snel) weer opgeladen worden met een acculader. Met een accu en acculader ben je semi onafhankelijk van het lichtnet. Een andere optie is om een kleine zonnepaneel met omvormer te kopen. Daarmee kan je de accu altijd vol houden en ben je volledig onafhankelijk van het lichtnet. 
.

Een zendbak moet ook aangesloten worden op een antenne. Soms proberen mensen thuis een mobiele antenne te gebruiken omdat die kleiner is dan een basisantenne. Meestal leidt dat tot teleurstellingen. Een mobiele antenne is bedoeld voor op een auto, en is gemaakt om goed te werken als hij op veel ‘massa’ aangesloten is. Een huis heeft geen massa. Bovendien is het bereik ten opzichte van een basisantenne sowieso minder ver (zie de theorie hierboven). Gebruik dus altijd een basisantenne voor thuis! Plaats een buis met twee beugels aan de gevel en monteer de antenne daar op. Zorg dat de onderkant van de antenne boven de nok van het huis uitkomt voor het beste resultaat.
.

Een basisantenne voor 27 mc moet altijd goed afgesteld worden. Als een antenne niet goed is afgesteld gaat niet al het zendvermogen wat de zendbak opwekt de antenne uit. Dat is natuurlijk zonde. Maar als er teveel vermogen achterblijft kan dat tot problemen leiden. Dit vermogen wordt namelijk omgezet in warmte waardoor je bak stuk kan gaan. Let op: druk nooit de zendknop in als er geen antenne aangesloten is. Dan blijft al het vermogen in de bak. Daardoor ontstaat er snel veel warmte in de eindtransistoren die snel kapot gaan. De meeste moderne bakken zijn hier wel tegen beveiligd, maar je kunt beter het zekere voor het onzekere nemen om te voorkomen dat je een nieuwe bak moet kopen.
.

Daarom zie je op het plaatje tussen de bak en de antenne een ‘SWR-meter’ of ‘staande golf meter’ zitten. Die meet hoeveel vermogen er naar de antenne gaat, en hoeveel er achter blijft. Met een SWR-meter kan je de antenne goed afstellen. Als je de meter in de leiding laat zitten kan je daarmee ook altijd controleren of je antenne goed werkt. Door een storm kan een antenne in meer of mindere mate defect raken. Je ziet dat dan meteen op de SWR-meter..
.

Portofoon
Naast een zendbak is zijn voor 27 mc gebruik ook portofoons in de handel. Deze portofoons hebben net als zendbakken een vermogen van 4 Watt en ook 40 kanalen. Ten opzichte van een zendbak is een portofoon makkelijk mee te nemen. 
.
Er zijn portofoons die werken op gewone batterijen. Ik zou die niet aanraden omdat je dan steeds batterijen moet wisselen. Ze zijn ook niet geschikt om te werken op oplaadbare batterijen. De betere portofoons werken op een accublok of op oplaadbare batterijen. Bij deze portofoons wordt een adapter geleverd waarmee je hem kan opladen. Ze kunnen ook opgeladen worden met een autoaccu. Daarvoor is dan wel een bijpassend laadsnoer voor nodig.

Een portofoon heeft ook zijn beperkingen ten opzichte van een zendbak. Dat zit vooral in het zendbereik van de portofoon. Dat komt omdat de portofoonantenne veel kleiner is, en die van een zendbak veel hoger staat. Met een portofoon sta je meestal op de grond en is de antennehoogte ongeveer 2 meter. 
.
Met 4 Watt zendvermogen en een antenne boven de nok is het bereik (afhankelijk van de omstandigheden) 10 a 15 kilometer. Een portofoon met de bijgeleverde standaardantenne heeft ongeveer een bereik van 1 kilometer. De standaard antenne van de portofoon is simpel om te wisselen met een uitschuifbare antenne (HYS 27 mc antenne). Deze antenne staat rechts op de afbeelding. In uitgeschoven stand is die ongeveer 1,35 m lang. Met deze antenne is het bereik dubbel zo groot, dus ongeveer 2 kilometer rondom.
.
De HYS antenne is met verschillende koppel-aansluitingen verkrijgbaar. Er is een BNC koppeling en een TNC koppeling. De BNC heeft een bajonet aansluiting (zoals rechts op de afbeelding), een TNC heeft een schroefdraad aansluiting. Van de BNC en TNC bestaat er zowel een mannelijke (male) als een vrouwelijke (female) type. 

Op de portofoon zit een female aansluiting, zodat de antenne een male type moet hebben. 

Voor de Midland Alan 42 heb je een antenne met een BNC-male aansluiting nodig. Voor de President Randy 3 en de K-PO Panther heb je een antenne met een TNC-male aansluiting nodig. Als u per ongeluk een antenne heeft aangeschaft met de verkeerde aansluiting is dat geen ramp. Er zijn verloop-koppelstukjes te krijgen.
.
Voor het monteren van een HYS antenne op de TTI TCB-H100 portofoon is een extra verloop-koppelstuk nodig. Deze portofoon heeft namelijk een SMA-female aansluiting. U hebt een verloop nodig van SMA-male naar BNC-female of TNC-female, afhankelijk van welke aansluiting de HYS antenne heeft.

Waar moet je op letten bij aanschaf?
Nieuwe toestellen die u koopt in een winkel voldoen eigenlijk altijd aan de eisen. Ze hebben allemaal de minimaal benodigde opties. Er is tweedehands ook veel aanbod. Maar juist dan moet u goed letten of de apparatuur de juiste opties heeft. Er is namelijk heel veel verouderde apparatuur in de handel. Die hebben bijvoorbeeld minder vermogen of minder kanalen. Daarnaast is het de vraag of men te oude apparatuur wel wil aanschaffen. De kans dat de apparatuur niet meer goed werkt is dan ook groter. U kunt ook geen aanspraak maken op garantie. Aan de andere kant zijn er soms nog hele goede toestellen tweedehands te krijgen. Dit geldt zowel voor portofoons als voor zendbakken.
.
Zendbak
De zendbak moet de volgende opties hebben:

  1.  mobiele bak (geen basisbak omdat die alleen werkt op het lichtnet)
  2.  werken op 27 mc
  3.  werken met FM modulatie (niet alleen AM modulatie)
  4.  (minimaal) 4 Watt zendvermogen (oude zenders hebben soms maximaal 0,5 Watt)
  5.  (minimaal) 40 kanalen hebben (oude zenders hebben soms maar 1 of enkele kanalen)
  6.  gebruik een basisantenne en plaats die boven de nok

Gebruik voor een mobiele bak thuis altijd een basisantenne. Een (kleinere) mobiele antenne lijkt aantrekkelijk vanwege de afmeting, maar dit loopt meestal op een teleurstelling uit. Deze antennes zijn specifiek bedoeld voor plaatsing op voertuigen, die veel massa (metaal) hebben. Deze antennes hebben die massa ook nodig om goed te kunnen werken.

Gebruik ook  goede antennekabel (coax) met de juiste impedantie (50 Ohm). Een kabel van goede kwaliteit laat alle zendvermogen ongehinderd door. Aircell7 is een goede kabel.
.
Naast de voornoemde kenmerken zijn er nog een paar opties voor een zendbak die niet per se noodzakelijk zijn, maar wel handig kunnen zijn. Dit is (1) een scanfunctie, (2) automatisch squelch control (ASC) en (3) AM modulatie (als extra naast FM).
.
Een scanfunctie doorloopt continue alle 40 kanalen. Zo kan je monitoren op welk kanaal of kanalen er een gesprek wordt gevoerd.

Op elk radiokanaal zit een bepaalde mate van ruis (squelch). De ene dag wat meer als de andere. Dit wordt veroorzaakt door allerlei zaken zoals straling uit de ruimte, zonnepanelen, elektrische installaties, brandstofmotoren, etc. Deze ruis is hinderlijk om naar te luisteren. Bij elke zender wordt daarom bij het aanzetten eerst de ruis handmatig onderdrukt met een instelbare ruisonderdrukking op het toestel. De ruis moet nét aan onderdrukt zijn. Als de ruisonderdrukking namelijk te sterk wordt ingesteld kan je zwakke zendstations of stations die ver weg zijn (waardoor het signaal door de afstand is afgezwakt) niet meer horen. ASC regelt automatisch de ruisonderdrukking zodat je er in principe geen omkijken naar hebt. 
.
Het radioverkeer op 27 mc is openbaar. Ga er dus van uit dat andere mensen met uw gesprek kunnen meeluisteren. Naast FM kan het daarom soms handig zijn om ook AM te hebben. Als je met iemand een gesprek hebt die ook AM heeft kan je snel een boodschap doorgeven die de meeluisteraars niet meekrijgen. Spreek daarvoor een codewoord af. Voer het gesprek op FM. Zodra een van de partijen het codewoord zeggen schakelen beide kanten snel over naar AM, geven de boodschap door, en schakelen weer terug naar FM. Als dit snel gebeurt hebben de meeluisteraars dit niet in de gaten, of zijn er niet op bedacht om ook naar AM te schakelen (als zij die optie al hebben). Je kunt dit ook combineren met naast AM ook tegelijk naar een ander afgesproken kanaal te gaan. Wees creatief voor het geval dit nodig is.
.
Zendbakken zijn er van diverse merken en typen. Goede zendbakken met een regelbaar vermogen zijn de President Lincoln 2+, de President Richard en de CRT 6900 vs 7. Informeer of de zendbak geprogrammeerd is voor de Nederlandse markt (dit noemt men ook wel de ‘exportversie’). Soms staat de zender namelijk op een andere frequentie ingesteld (28 of 29 mc). Dat is met een interne ingreep achteraf te veranderen. Maar als je vooraf meteen een bak koopt met de juiste instelling ben je meteen klaar.
.
Portofoon
Een portofoon moet de volgende opties hebben:

  1.  werken op 27 mc (er zijn véél portofoons in de handel die alleen op andere frequenties werken!)
  2.  werken met FM modulatie (niet alleen AM modulatie)
  3.  4 Watt zendvermogen (oude portofoons hebben soms maximaal 0,5 Watt)
  4.  40 kanalen hebben (oude portofoons hebben soms maar 1 of enkele kanalen)
  5.  geschikt zijn voor een uitschuifbare HYS 27 mc antenne
  6.  werken op een accu of op oplaadbare batterijen (minimaal 8 stuks)
De vier getoonde portofoons zijn degelijke en geschikte apparaten. Regelmatig worden ze tweedehands aangeboden voor de helft van de nieuwprijs. De Midland werkt op (8) oplaadbare batterijen. Doe even vooronderzoek naar welk type batterijen het beste zijn voor een portofoon. Deze batterijen kunnen in het toestel worden opgeladen. Er zit een lader bij deze portofoon. Verder wordt bij dit toestel ook een extra batterijpack geleverd waar (6) gewone batterijen in kunnen. De TTI heeft een extra koppelstuk nodig voor het gebruik met een HYS 27 mc antenne. Deze antenne moet je apart aanschaffen en is voor 10 a 15 euro in de handel verkrijgbaar.

.
Disclaimer
Aan bovenstaand artikel kunnen geen rechten worden ontleend.
Voor de leesbaarheid zijn een aantal technische factoren niet behandeld, zoals hoe een basisantenne moet worden afgesteld. Laat u daarom altijd goed informeren, bijvoorbeeld door een erkend bedrijf. Er zijn in Nederland een aantal gespecialiseerde bedrijven die 27 mc apparatuur verkopen. Meestal hebben zij een fysieke winkel en versturen bestellingen eventueel ook via hun webshop.